Vlaams minister van Werk en Economie Hilde Crevits zorgt voor een nieuw kader waaraan buitenlandse zelfstandigen van buiten de EU in de toekomst zullen moeten voldoen om in Vlaanderen te werken.
Er komen 3 nieuwe categorieën van zelfstandige ondernemers: de start-ups & scale-ups, de klassieke ondernemingen en de speciale statuten met een duidelijke focus op innovatief ondernemend talent.
Daarnaast zullen misbruiken strenger aangepakt worden. "Innovatie zal de sleutel zijn om de huidige crisis te overwinnen. Ook in het aantrekken van buitenlands talent moet innovatie een factor zijn.
Tegelijk versterken we de procedure om als buitenlandse klassieke onderneming in Vlaanderen te starten met een aantal objectieve criteria." aldus Vlaams minister van Economie Hilde Crevits.
Wereldwijd kiezen innovatieve kennisregio's er steevast voor om internationaal toptalent met een economische meerwaarde aan te trekken. Vlaanderen slaagt daar nog te weinig in.
Terwijl innovatie in Vlaanderen wel van topniveau is en voor heel wat extra jobs zorgt. De verouderde regelgeving rond de zelfstandigen zorgt ervoor dat we nog te weinig buitenlands innovatief talent aantrekken. Ze dateert van 1965 en is dus 55 jaar lang niet meer.
Daar komt nu verandering in. Vlaams minister van Werk en Economie Hilde Crevits werkt aan een nieuw 21ste eeuws kader voor buitenlanders van buiten de Europese Unie die bij ons als zelfstandige willen werken. Daarbij gaat er veel aandacht naar innovatie, economische meerwaarde en tewerkstelling.
Drie nieuwe categorieën van zelfstandige ondernemers: focus op innovatie!
Er komen 3 nieuwe categorieën van zelfstandige ondernemers: de start-ups & scale-ups, de klassieke ondernemingen en de speciale statuten. We hanteren in analogie met een aantal Europese landen, een soepele houding voor start-ups & scale-ups door meteen een toelating van 3 jaar te geven.
Op die manier trachten we risicokapitaal aan te trekken en wordt Vlaanderen een vijver voor innovatief talent.
1. Start-ups & scale-ups
In ons land is Vlaanderen de belangrijkste regio van start-ups omwille van de ligging van de grootsteden Antwerpen en Gent. Hoewel er in Brussel ook veel start-ups zijn, stellen we vast dat er in de tijdspanne van 2010 tot 2017 maar liefst 60-70% van de start-ups in Vlaanderen gevestigd zijn.
Het aantal start-ups in Vlaanderen bedraagt evenveel als in Nederland waardoor Vlaanderen een volwaardige plaats heeft naast de start-up steden Londen en Berlijn. De problematiek zit vooral in de doorgroeifase (scale-up) omdat start-ups toegang nodig hebben tot risicokapitaal om hun activiteiten uit te breiden.
Om deze categorie aan te trekken én te behouden is het van belang om deze vroegtijdig te identificeren en in een soepele procedure te voorzien zodat deze start-ups snel aan de slag kunnen gaan in Vlaanderen.
2. Klassieke ondernemingen
De klassieke ondernemingen zijn de ondernemingen die een economische meerwaarde betekenen voor Vlaanderen door bijvoorbeeld jobcreatie, een knelpuntberoep, of een investering aan te tonen. Het gaat hier om bijvoorbeeld een kebabzaak of een bouwonderneming.
3. Speciale statuten
De speciale statuten zijn:
- Sportlui en kunstenaars. Deze beroepen hebben een bepaalde specialisatie die het best wordt beoordeeld door het bevoegde beleidsdomein. Er is al een langdurige samenwerking met Sport Vlaanderen voor de beoordeling van de sportbeoefenaars. Diezelfde oefening wordt ook gemaakt met het Departement Cultuur, Jeugd en Media voor de kunstenaars.
- Diamantairs: in het huidig beleid vraagt de dienst beroepskaarten voor deze dossiers een niet bindend advies aan de Federatie der Belgische Diamantbeurzen en de FOD Economie. Deze werkwijze is, naar aanleiding van de zesde staatshervorming, overgenomen van de FOD Economie. Na overleg met de diamantsector en de FOD Economie behouden we de adviesverlening.
Economische waarde en voldoende startkapitaal
Er worden 6 criteria vastgelegd waaraan een aanvrager moet voldoen. Welke criteria van toepassing zijn, hangt af van de categorie zelfstandige.
1. Het ondernemingsplan is van essentieel belang bij de beoordeling van de economische of innovatieve meerwaarde. Aan de hand van een ondernemingsplan bepaalt de buitenlandse zelfstandige zijn missie, visie en bedrijfsstrategie.
De "core business" van de onderneming dient expliciet aanwezig te zijn en is het vertrekpunt voor de verdere screening van de aanvraag.
Dit plan bestaat uit 6 onderdelen (persoons- en bedrijfsgegevens, omschrijving van het idee, marktanalyse, missie/visie/strategie, marketingplan, financieel plan).
Er gaat bijzondere aandacht naar het financieel plan: dit is het kloppende hart van de onderneming. Het bevat een overzicht van de middelen, inkomsten en kosten voor een periode van minstens 2 jaar.
Voor de speciale statuten (meer bepaald voor de sporters en de kunstenaars) volstaat een beknopt financieel plan met een omzet en een liquiditeitsprognose. Hierbij vragen we om inzage te krijgen in het aanwezige startkapitaal.
Zo willen we zoveel mogelijk vermijden dat er financiële risico's genomen worden die een bedreiging kunnen zijn voor de Vlaamse ondernemingen (bvb. Bij faillissement kunnen ook Vlaamse toeleveranciers in de problemen komen).
Door zo'n financiële drempel zorgen we er ook voor dat we ons meer kunnen toespitsen op waardevolle initiatieven met uitstraling binnen Vlaanderen en ver daarbuiten.
2. Uitkering van een eigen loon: naast het ondernemerschap dient er ook aandacht te worden besteed aan het levensonderhoud van de betrokkene. De ondernemingen dienen te beschikken over voldoende bestaansmiddelen waarbij 120% van het leefloon als criterium wordt gehanteerd.
3. De klassieke ondernemingen moeten over een minimumstartkapitaal van 18.600 euro beschikken. Het kapitaal moet vóór de aanvang van de zelfstandige activiteit gestort worden op een geblokkeerde rekening. Aan de hand van een bankattest wordt er bewezen dat die gelden ter beschikking staan van de onderneming in oprichting.
4. We hebben ook aandacht voor het profiel van de ondernemer: door te peilen naar de verworven competenties, ondernemerschaps- en werkervaring en een uittreksel uit het strafregister verkrijgen we een goed beeld van de betrokkene. Zo vragen we dat er minimaal een diploma secundair onderwijs behaald werd.
5. We peilen eveneens naar de mogelijkheid tot jobcreatie, investeringen, de invulling van een knelpuntberoep en de ervaring met Vlaanderen.
6. Uiteraard mag de beoogde zelfstandige activiteit geen inbreuk vormen op de openbare orde en goede zeden en dient de activiteit te voldoen aan de geldende wettelijke en reglementaire verplichtingen.
Vereenvoudiging van procedure
Als je als buitenlander in Vlaanderen als zelfstandige wil komen werken heb je een beroepskaart nodig. De huidige procedure om een beroepskaart op de kop te tikken is complex en verouderd.
Daarom zal er aandacht gaan naar digitalisering en vereenvoudiging zonder te veel rompslomp. Bij de uitreiking gaat er voldoende aandacht naar de financiële gezondheid van de onderneming.
Op die manier worden er tijdig problemen gedetecteerd. De maximale geldigheidsduur zal 3 i.p.v. 5 jaar bedragen. Verlengingen zijn mogelijk en gebeuren op basis het nakomen van de aanvraag.
De administratieve procedure legt de klemtoon op snelheid, klantgerichtheid, transparantie en efficiëntie. Tegelijk is het de bedoeling dat de Vlaamse Sociale Inspectie meer controles uitvoert om misbruiken en malafide constructies op te sporen.
Vlaams minister van Werk Hilde Crevits: "Voor kennisregio's zoals Vlaanderen is het belangrijk om buitenlands toptalent aan te trekken. Investeren in talent is cruciaal voor het concurrentievermogen en voor innovatie.
De regelgeving voor buitenlandse zelfstandigen is 55 jaar oud en dus dringend aan vernieuwing toe. We leggen een belangrijke focus om start-ups en scale-ups aan te trekken omdat dit vaak bedrijven zijn die over grenzen heen groeien en internationaal markten veroveren.
Daarnaast leggen we ook hogere eisen voor de klassieke zelfstandige. We zorgen ook voor eenvoudiger procedures en verhogen de inspanningen om misbruiken op te sporen."